groene
Uiterlijk
- groe·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groene | groenen |
verkleinwoord | - | - |
groene
- een persoon in het groen of geassocieerd met de kleur groen
- Ons elftal speelt in het oranje; die groenen zijn onze tegenstanders.
- ▸ Hij droeg een groene bandana in zijn lange haar en had als een van de weinigen hoge leren bergschoenen om zijn zwakke enkels te beschermen.[1]
groene
vervoeging van |
---|
groenen |
groene
- aanvoegende wijs van groenen
- Het woord groene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groene" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %