Naar inhoud springen

Sarah's Cottage (Man)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sarah's Cottage ligt langs het westelijk deel van het circuit tussen Glen Helen en Creg Willey's Hill

Sarah's Cottage (Manx: Vaish of Ballavaish of "Creg Willey's Corner") is een markant punt op het eiland Man. Het ligt op Creg Willey's Hill en Ballavaish langs de A3 van Castletown naar Ramsey in de parochie German.

Sarah's Cottage dankt zijn naam aan een klein stenen huisje dat rond 1900 werd bewoond door Sarah Corlett uit Cronk Dhoo. Dat lag langs The Long Round, een route tussen Castletown en Ramsey die koetsen en Charabancs gebruikten. Bij Sarah Corlett kon men tijdens de tocht iets eten en drinken. Tot Sarah's klantenkring hoorden ook de kinderen van de omliggende boerderijen die onderweg naar de laatste school die nog Manx-Gaelisch onderwees (de Cronk-y-Voddy School) snoep bij haar kochten en haar de bijnaam Sarah Vilyn (Snoep-Sarah) gaven. Volgens kanunnik, lokaal historicus en race-enthousiast Ernest Stenning (1885-1964) was Sarah's Cottage een "moderne" naam, die voor de Tweede Wereldoorlog nog niet werd gebruikt. In 1948 beschreef Geoff Davison het in zijn "Story of the Manx" nog als "Creg Willey's Corner", maar in 1952 sprak Stanley Woods over "Sarah's Cottage".

De cottage is bekend als kortweg Sarah's bij motorrijders die tijdens races de tuin als uitzichtspunt gebruiken. Tot 1975 stond het huis leeg, maar toen werd het gerenoveerd door James Henry Shuttleworth (Lord van Abergwili) en zijn vrouw Betty, Lady van Abergwili. Zij openden ook weer een restaurant met logies en ontbijt. In 2013 woonde James H. Shuttleworth er nog, maar zijn vrouw Betty overleed in 1988.

Coureurs bij de nadering van Sarah's Cottage

Isle of Man TT en Manx Grand Prix

[bewerken | brontekst bewerken]

Sarah's Cottage ligt in een bocht tussen de 9e en 10e mijlpaal van de Snaefell Mountain Course, het stratencircuit dat wordt gebruikt voor de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix. Het maakte ook deel uit van de Highroads Course en de Four Inch Course, die gebruikt werden voor de Gordon Bennett Trial en de RAC Tourist Trophy van 1904 tot 1922 en van de St John's Short Course die van 1907 tot 1910 werd gebruikt voor de Isle of Man TT.

Circuitverloop

[bewerken | brontekst bewerken]

In de beginjaren van de Isle of Man TT was snelheid bij Sarah's Cottage geen groot probleem omdat de motorfietsen op de korte klim vanaf Glen Helen al zoveel snelheid verloren dat ze de bocht moeiteloos konden nemen. Het was het flauwe begin van de klim naar Creg Willey's Hill en daar moesten de rijders die geen trappers hadden zelfs afstappen en duwen. Tot in de jaren twintig vond men het zelfs niet de moeite waard hier een marshal neer te zetten. Pas in de tweede helft van de jaren twintig werden de snelheden zo hoog dat het gevaarlijk begon te worden, ook al omdat de coureurs zo veel mogelijk snelheid wilden vasthouden om de bochtige en steile klim ná Sarah's Cottage te kunnen nemen. Te weinig snelheid of een verkeerde versnelling bij Sarah's Cottage bleef de coureurs drie kilometer lang, tot aan Eleanor's Corner, achtervolgen. Zelfs Mick Grant, die zeven keer een wedstrijd tijdens de TT won, gaf toe dat tips van Billy McCosh (die zelf slechts twee keer zesde werd) over Sarah's Cottage hem 25 km/h meer snelheid richting Creg Willey's opleverden. Tegenwoordig is Sarah's Cottage zowel voor de solomotoren als de zijspannen een derde versnellingsbocht, waarbij de solo's niet zomaar gas kunnen geven, want dan drijft de acceleratie hen richting de muur aan de linkerkant van de weg. Er gebeuren veel valpartijen, want doordat Sarah's Cottage net als het hele stuk vanaf Ballacraine boomrijk is, blijft de weg vaak nat als de rest van de Mountain Course al opgedroogd is.

Gebeurtenissen bij Sarah's Cottage

[bewerken | brontekst bewerken]
  • In 1965 was de klim naar Sarah's Cottage bepalend voor het verloop van de Senior TT. Het regende en waaide hard en in de tweede ronde slipte en viel Giacomo Agostini met de MV Agusta 500 4C. Zijn teamgenoot Mike Hailwood viel er in de vierde ronde, maar kon zijn motorfiets weer rijdbaar maken. Met een gescheurde race-overall en een bloedneus kon hij verder racen, maar hij moest naar de pit om zijn motorfiets verder te laten repareren. Met nog slechts drie werkende cilinders won hij de race alsnog. Hij had zelfs nog twee minuten voorsprong op de tweede man, Joe Dunphy. Ook tijdens de Junior TT was Sarah's Cottage spelbreker voor het team van MV Agusta: Nu viel Hailwood daar uit met een defecte motor. In 1965 waren de MV Agusta's bijna onverslaanbaar, maar de rechter bocht bij Sarah's Cottage was hun grootste vijand.
  • Op 29 mei 1984 verongelukte Roger Cox met een 750cc Yamaha-zijspancombinatie tijdens de training voor de Sidecar TT.
  • Op 27 augustus 1987 verongelukte Nigel Hale met een 250 cc EMC tijdens de training voor de Manx Grand Prix.