windas
Uiterlijk
- wind·as
- Leenwoord uit het Oudnoor(d)s, in de betekenis van ‘lier’ voor het eerst aangetroffen in 1273 [1]
- samenstelling van wind en as
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | windas | windassen |
verkleinwoord | windasje | windasjes |
- (techniek), (scheepvaart) een werktuig met een horizontaal opgestelde spil waaromheen een touw wordt opgewikkeld om lasten te heffen of te verschuiven
- Naast het huis stond een waterput met een windas die nogal kon piepen.
1. windas
- Het woord windas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "windas" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "windas" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %